Het verbeeldingsvermogen is de grens in het metaversum, zei theoloog Jack Esselink. In het artikel van collega Bas Meeuse over de kerk in het metaversum (ND, 21-01-23) noemde hij de mens zelfs ‘god in het metaversum’. En inderdaad, in de virtuele wereld ‘schept’ de homo virtualis zelf. Grenzen, fysiek of moreel, zijn er niet. De mens die als God wil zijn krijgt in het virtuele ‘paradijs’ van Microsoft en consorten daarvoor alle ruimte.
Parallelle universums schreeuwen dan ook om christelijke missionarissen – getuigen die in woord en daad richting geven aan dolende avatars. Raar is dat allerminst. Zending beperkt zich immers niet per se tot een wereld van vlees en bloed. Laat de kerk dus maar aanwezig zijn.
Zouden in de cloud niet dezelfde wetten moeten gelden als elders onder de hemel?
Toch schuurt er iets. Want het metaversum mag dan een wereld op zichzelf zijn, gebruikers bevinden zich nog altijd in het hier en nu. Zouden in de cloud dus niet dezelfde wetten moeten gelden als elders onder de hemel?
Daar komt bij dat in de digitale kerk essentiële aspecten van het kerkzijn buiten beeld kunnen raken. Het christendom wordt gekenmerkt door gemeenschap en tucht. Een virtuele avondmaalsviering –alleen de gedachte!– breekt daar radicaal mee –en doet dus afbreuk. De digitale doop evenzeer: wie zonder water is gedoopt, kan niet zeggen gedoopt te zijn.
Laat een digitale dependance dan ook een voorportaal zijn naar de fysieke kerk, niet een alternatief voor de kerk.
Deze column verscheen in het Nederlands Dagblad van 28 januari 2023.
Previous Next