Het is zaterdag, zomaar zaterdag –een naamloze dag na Black Friday. Twee weken lijkt de hoogmis van het commercialisme inmiddels te duren en nog heeft het slotakkoord niet geklonken. Immers, pas op ‘Cyber Monday’ –wanneer de ‘allerlaatste beste deals’ zijn uitverkocht en late consumenten hun graantje hebben meegepikt– sterven de laatste klanken weg. Daarna rest het Westen de steeds donkerder dagen tot de midwinterzonnewende, gevolgd door Kerst.
Wat ons dezer dagen op de been houdt, is het voortdurende vergezicht –naar Kerst, oudjaar en daarna het ‘gewone leven’. We zien reikhalzend uit naar wat komt –van superdeals tot siervuurwerk– maar vergeten bijkans in het nú te leven. Dat vermindert het plezier in het heden en vergroot de drang naar wat nog komen moet, schreef C.S. Lewis in ‘Brieven uit de hel’. Het gevolg: devaluatie van het heden en inflatie van de toekomst –met onder de streep meer hebzucht, ongelukkigheid of beide.
We zien reikhalzend uit naar wat komt –van superdeals tot siervuurwerk– maar vergeten bijkans in het nú te leven.
Juist daarom is het goed dat deze zaterdag geen naam draagt. Black Friday ligt achter ons, Cyber Monday en Giving Tuesday moeten nog komen, maar dít is het moment voor zingeving. Morgen begint immers de adventstijd –hét grote verwachten van een Geschenk dat voor geen geld te koop is. In het uitzien daarnaar leven we bij de dag, te beginnen vandaag.
Als deze dag dan toch een naam moet krijgen, laat het dan Zinvolle zaterdag zijn.
Deze column verscheen in het Nederlands Dagblad van 26 november 2022.